“Je ziet nu al dat we elkaar opzoeken”
In oktober kwam er definitief groen licht voor de clustering van de voltijdopleidingen. De directeuren van de nieuwe academies kregen als kwartiermakers de opdracht om de medewerkers toe te delen aan de nieuwe academies en hierover in gesprek te gaan. Alle medewerkers weten inmiddels waar ze aan toe zijn. En ook niet onbelangrijk: de namen van de nieuwe academies zijn bekend. Tijd om bij te praten met kwartiermakers Tina Hoogstraaten en René Theunis. Tina wordt directeur van de Academie voor Welzijn Educatie en Gezondheid, René van de Academie voor Management en Finance. Hoe kijken zij terug op de afgelopen maanden?
Even terug naar het idee achter de herclustering. In het kort: door de academies robuuster te maken, wordt het makkelijker om samen te werken. Konden jullie je daar direct in vinden? René: Als directeur van de Academie voor Algemeen en Financieel Management, de AAFM, sta ik achter het werken met robuustere eenheden. De AAFM is relatief groot, maar er zijn ook een aantal kleinere academies. Door de herclustering ontstaan grotere, gelijkwaardige eenheden. Neem de opleidingen Accountancy, Finance & Control, Bedrijfskunde en Human Resource Management. In Breda zitten die opleidingen al in 1 academie, in Den Bosch nu nog niet. Straks wel. Dat vereenvoudigt de processen. Als ik straks iets wil bespreken over de opleiding Accountancy, schakel ik met dezelfde collega-directeur als voor de opleiding Bedrijfskunde.
We werken bij Avans graag samen, maar houden ons ook vaak aan de bestaande kaders. Nu de figuurlijke grenzen tussen bepaalde opleidingen wegvallen, zie je meteen dat we elkaar opzoeken. Bij de volgende open dag gaan we bijvoorbeeld al samen optrekken met de opleidingen die nu nog niet, maar straks wel in dezelfde academie zitten.
Tina: Ook de Academie voor Gezondheidszorg, de AGZ, is al vrij groot. Misschien was de noodzaak voor onze academies wat minder groot dan voor de kleinere academies. En de splitsing van de opleiding HBO-Verpleegkunde lag gevoelig: die opleiding is nu volledig ondergebracht bij de AGZ en straks verdeeld over 2 academies. Maar ik herkende óók het signaal van het College van Bestuur: we hebben een gezamenlijke ambitie. En als je samen iets wilt bereiken, is het soms nodig om buiten je comfortzone te komen en afscheid te nemen van de veilige kaders.
En wat René zegt over de toenemende samenwerking, onderschrijf ik. De medewerkers van de opleidingen HBO-Verpleegkunde en Social Work, die samenkomen in 1 academie, zochten elkaar bijvoorbeeld al wel op. Maar door de nieuwe ontwikkelingen zie je dat die samenwerking intensiever wordt. Alsof de ambitie en de herclustering een soort bevestiging zijn dat het goed is om elkaar op te zoeken.
"In co-creatie met het werkveld gaan we ons onderwijs ontwikkelen"
Tina HoogstraatenHoe is jullie nieuwe academie tot stand gekomen? Tina: Dat proces was al gaande toen ik bij Avans begon, maar ik vind de nieuwe indeling heel logisch. Ik heb meteen uitgesproken dat ik voor een academie ben met opleidingen die aan elkaar verwant zijn. Te veel diversiteit binnen een academie werkt volgens mij niet. Natuurlijk zijn er verschillen, maar alle opleidingen binnen onze nieuwe academie hebben straks een gemene deler: het draait om het ontwikkelen van mensen.
René: Sommige directeuren wilden voortborduren op de huidige academies, anderen voelden meer voor domeinoverstijgend clusteren. Ik zat en zit daar zelf tussenin: ik ben voor verandering, maar ik ben het met Tina eens dat te veel diversiteit de samenwerking bemoeilijkt. Ook in onze nieuwe academie zitten straks opleidingen die raakvlakken met elkaar hebben, en dat geldt ook voor onze zusteracademie in Den Bosch. Dat gaat ons enorm helpen.
Hoe?
René: Als we straks het curriculum voor onze opleidingen gaan ontwikkelen, doen we dat conform ons onderwijsmodel samen met de gelijkwaardige opleidingen op de andere locatie. Beide academies gaan nu dus 1 route uitstippelen voor de 6 opleidingen in onze clusters. Dat is veel efficiënter: je hoeft alleen maar in gesprek met je evenknie op de andere locatie. Nu heb ik zelf bijvoorbeeld nog te maken met 2 andere collega-directeuren in Den Bosch.
Tina: We gaan straks in co-creatie met het werkveld ons onderwijs ontwikkelen. Dan wil je als academie én als directeur herkenbaar zijn. Als directeur heb ik kennis van en affiniteit met zorg en welzijn, en spreek ik de taal van het werkveld. Dat helpt.
Hoe kijk je aan tegen de samenwerking met de andere academies?
Tina: Daar liggen heel veel kansen! Alleen al in de zorg zijn er zo veel complexe vraagstukken, dat het echt nodig is om die vanuit meerdere disciplines te benaderen. Dat wil je studenten ook leren. En studenten zelf willen ook alleen maar meer cross-sectoraal samenwerken. Denk aan onze studenten Fysiotherapie, van wie er veel gaan ondernemen. We zoeken dus onder meer de samenwerking met het Ondernemerslab en Urban Living Lab op. En zo zijn er volop voorbeelden.
Met onze zusteracademie in Den Bosch zoeken we meer de verdieping op. Het werkveld ziet bijvoorbeeld graag dat studenten na hun opleiding sneller aan de slag kunnen in de acute zorg. Nu moeten ze daar eerst nog intern voor worden opgeleid, als ze hun Avansdiploma al hebben. Hoe mooi zou het zijn als je die doorlooptijd kunt verkorten door al bij Avans de juiste modules aan te bieden? Daar help je het werkveld én de studenten mee. Daar gaan we samen met Den Bosch mee aan de slag.
René: We zijn absoluut intensiever gaan samenwerken en we leren van elkaar. Ik ben ervan overtuigd dat we door de goede gesprekken de basis hebben gelegd voor onze toekomstige samenwerking op onderwijskundig gebied. Om van elkaar te leren, moet je je trouwens wel kwetsbaar kunnen opstellen. In het onderwijs vinden we dat soms moeilijk: we denken vaak dat we de wijsheid in pacht hebben. Maar zeg eens een keer dat je iets niet weet, of vraag eens hoe die ander dat doet.