Implementatie Ambitie 2025: samen klimmen

Doordat we de organisatie anders gaan inrichten, wordt jouw opleiding samen met meerdere opleidingen geclusterd in een grotere organisatie-eenheid dan vaak nu het geval is.

Er zijn ideeën over een nieuwe opzet, maar er is nog geen definitieve indeling. Die moet volgens de planning eind 2021 of begin 2022 vastgesteld zijn.

Op dit moment kunnen opleidingen vrij zelfstandig hun onderwijs ontwikkelen. In de nieuwe plannen moeten opleidingen veel meer gaan samenwerken, over de muren van academies heen. Daarom wil Avans naar grotere en robuustere eenheden. Met meer opleidingen binnen een eenheid gaat de samenwerking tussen die opleidingen beter. Grotere eenheden betekent bovendien minder eenheden. Dat maakt het voor de eenheden eenvoudiger om onderling samen te werken en af te stemmen. De eenheden moeten uit zo’n 150 medewerkers en 2.000 tot 3.000 studenten bestaan.

De directies van de voltijdopleidingen zijn het aflopen jaar met dit vraagstuk bezig geweest. Op basis van data en gesprekken onderling hebben zij een voorstel gedaan voor de nieuwe inrichting van de opleidingen. Dit voorstel staat in een praatplaat, waarmee de academiedirecties vanaf 19 april in gesprek gaan met hun academieraad, opleidingscommissies en het werkveld. Daarnaast mogen de academies zelf bepalen wie ze er nog meer bij betrekken. We krijgen graag input van medewerkers. Vanuit jouw dagelijkse werk zie je misschien gevolgen waar wij nog niet over hebben nagedacht. Of je hebt ideeën hoe het nog beter kan. We kunnen niet alles 1-op-1 overnemen, maar we luisteren oprecht en nemen alles mee in het uiteindelijke voorstel. Als je wilt meedenken, geef dat dan bij je directie of academieraad aan.

De ambitie is geslaagd als we allemaal tevreden zijn. Dus we bepalen samen hoe hoog de berg is die we willen beklimmen. De keuzes die we hierbij moeten maken, zullen ook in overeenstemming met de organisatie plaatsvinden.

We vinden elkaar via de reguliere kanalen en later ook via de bouwteams en via plateaubijeenkomsten. Op dit moment zijn we nog bezig om hier een modus in te vinden, maar we ontwikkelen hiervoor meerdere kanalen en bijeenkomsten over verschillende thema’s en onderwerpen. We willen daarin een zo breed mogelijk bereik creëren.

Docenten en medewerkers kunnen deelnemen of bijdragen aan de bouwteams. Deze teams hebben een adviesrol richting een plateauplan. Directies denken vooral na over een goede verdeling van activiteiten tussen hun eigen businessplan en de plateauplan(nen).

De bouwteamleiders starten nu met het formeren van hun bouwteams. Zij stellen zelf hun teams samen. Met dat team werken ze vervolgens aan een eerste bouwplan. De teams werken volgens de zogenaamde bijenkorfgedachte. Er is een kleine vaste kern en een wisselende samenstelling van tijdelijke leden die in- en uitvliegen. Op momenten en zo lang als nodig, en altijd in overleg met de bouwteamleiders. Heb je een goed idee of vragen over een van de thema’s van de Ambitie? Benader dan de bouwteamleiders. Je kunt natuurlijk ook altijd terecht bij het transitieteam of bij je eigen directie.

Als student blijf je een stamopleiding houden. En daarnaast investeren we in studentenwelzijn. Goede begeleiding is nog belangrijker bij flexibel onderwijs, daarom wordt de rol van studentbegeleiders ook groter.

Op dit moment zijn bouwteamleiders hun bouwteams aan het samenstellen. Mocht je mee willen doen of ideeën hebben, dan kun je bij hen terecht. Ieder bouwthema heeft zijn eigen thema en specifieke onderwerpen. Verder kunnen academies en opleidingen zelf ook alvast nadenken over hun eigen droom verder invullen.

We zullen veel en vaak onze gezamenlijke ervaringen tijdens deze klim met elkaar delen. Dit doen we vooral in dialoog. Het transitieteam zorgt hierbij voor een goede ondersteuning en ziet erop toe dat we de verhalen vanuit verschillende gezichtsvelden horen.

Ja, we gaan samen op weg. Dit vraagt om samenwerking en afstemming. Het verloopt organisch en de routes en snelheden kunnen verschillen. Om dit met elkaar te synchroniseren creëren we plateaus. Een plateau is een moment van evalueren en verbeteren. Van verantwoording afleggen. En van doelen en acties vaststellen voor het nieuwe plateau in samenhang met de andere onderdelen.

Hoe dat exact in z'n werk gaat is aan de bouwteamleiders. De opdracht is dat zij nauw samenwerken met de eenheden: academies, diensten en expertisecentra. Per initiatief worden allerlei mensen betrokken, vaak van verschillende disciplines. Het Transitieteam stelt budget beschikbaar voor vervanging als dat nodig is. Wil je als docent participeren in een initiatief, dan kun je ook zelf de bouwteamleiders benaderen. Bouwteams stellen voorafgaand aan de plateaus een plan op waarin een inschatting komt van de benodigde inzet. Dus ook van docenten. Dan weten academies en roosteraars waar ze rekening mee moeten houden in de planning en voor eventuele vervangende inzet.

Voorafgaand aan elk plateau werken de bouwteams in detail een bouwplan uit voor dit plateau. Hierin staat deze informatie concreet benoemd. Het transitieteam verwerkt de verschillende bouwplannen vervolgens tot één plateauplan. Een plateauplan wordt in een voorgaande plateau opgesteld. Omdat we voor plateau 1 nog zo'n plan en de organisatie moeten instellen, is er een plateau 0.

Deze vraag proberen we via experimenten en vanuit pilots op een goede manier te beantwoorden. We willen dat in 2025 alle opleidingen een vernieuwing hebben doorgemaakt. De ene opleiding of academie doet dat sneller dan de ander. Dat is niet erg. Sterker nog, we hebben daar in het implementatieplan rekening mee gehouden. Niet iedereen hoeft in hetzelfde tempo 'de berg op'. Wel hebben we gezamenlijke tussenstops, op plateaus, waarbij we kijken waar iedereen staat en hoe we verder gaan naar het volgende plateau. Want er kan en gebeurt nu al veel en dat gaat de komende jaren alleen maar meer worden. Op dit moment onwikkelen opleidingen al interdisciplinaire keuzemodules, nu nog minoren. Ander voorbeeld: we gaan bacheloropleidingen terugbrengen naar de stam (180 ECTS). Daarnaast maken we een flexibele route mogelijk. Daarbij is het belangrijk om met vergelijkbare opleidingen samen op te trekken. Daarom is de herclustering van opleidingen is zo belangrijk. Ook dat proces is al ingezet. Niet iedereen loopt gelijk, maar uiteindelijk wordt het een optelsom. Gaandeweg krijgen studenten dus meer mogelijkheden om keuzes te maken. De student van nu gaat al een beetje profiteren van wat de student van straks krijgt. We houden de winkel open tijdens de verbouwing. Niet alles kan tegelijk, maar dat is niet erg.

Een van de kerngedachtes achter de implementatie is: “practice what you preach”. We doen dit voor de student. Wat wij beogen met de nieuwe Ambitie, geldt dus ook voor Avans. Daar waar mogelijk zullen we studenten zeker betrekken.

Je kunt doorgaan met de ambitie-ontwikkelingen die al bezig zijn. Maar houd goed afstemming met de bouwteams. Deze implementatie raakt de hele organisatie. Samenwerken en verbinden is essentieel.

Nee, we zijn al bezig en we kunnen ook nu al een dingen doen, maar we houden we rekening met de omstandigheden. Op sommige onderwerpen kunnen we juist versnellen, bijvoorbeeld Tech & Data. Op andere onderwerpen vertragen we.

Uit recente peilingen van Avans in het werkveld blijkt juist het tegendeel. Bedrijven met minder dan 250 medewerkers geven aan dat zij de uitdagingen van de toekomst niet kunnen oplossen volgens de bekende paden. Denk bij voorbeeld aan de prestatie-indicator als winstgevendheid. Onconventionele kennis en nieuwe inzichten zijn nodig om complexe problemen op te lossen. Hogescholen kunnen hierin de eerste stap zetten en bedrijven bewust maken om zich verantwoordelijk te maken voor de doorontwikkeling.

De grotere bedrijven met meer dan 250 medewerkers benaderen kennis en co-creatie heel nadrukkelijk vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. Ze voelen de verantwoordelijkheid om samen met de medewerker van de toekomst maatschappelijke vraagstukken en thema’s op te pakken.

Maatschappelijk betrokken zijn is bij veel bedrijven een doel op zich. Bedrijven focussen op toekomstgerichte thema's, die breed gedragen zijn binnen de sector of branche. Denk aan de zorg betaalbaar maken of klimaatverandering. Benadering van deze thema's is integraal en multidisciplinair met als doel de organisaties te verbinden en naar een hoger niveau te tillen.

De intentie voor samenwerkingen is structureel en voor lange termijn. Multidisciplinariteit is belangrijk en het is de opgave aan onderwijsinstellingen om dit waar te maken. Bedrijven geven aan dat het samenwerken met verschillende academies binnen Avans nog geen werkelijkheid is. Dat vinden deze bedrijven lasting. De bal ligt dus ook bij ons.

Die betrokkenheid gaat verder dan alleen een samenwerking met een onderwijsinstelling. Bedrijven zien het onderwijs als onderdeel van een groter netwerk. Ze zien het niet als een op zichzelf staande samenwerkingspartij. Bovendien zien zij het onderwijs als geheel. Van mbo tot hbo en wo, naast of met elkaar. Het liefst vormen ze een gezamelijke visie vanuit meerdere partijken, niet alleen vanuit de behoefte van het organiserende bedrijf.

De SDG's moeten een rode draad worden in alles wat we doen. En die SDG's gaan niet alleen over het klimaat en het milieu, maar zijn veel breder. Ze gaan Bijvoorbeeld ook over gelijkheid. Armoede verminderen. Vrede. In alle opleidingen én in onze bedrijfsvoering moeten we verantwoordelijkheid nemen voor ons handelen. Als we bij studenten dat bewustzijn kweken, nemen ze dat als professional mee organisaties in. Aan het onderwijs is gevraagd om te onderzoeken welke duurzaamheidsdoelen passen bij een opleiding en met die SDG's aan de slag te gaan. Daarnaast hebben we zwaartepunten geformuleerd voor het praktijkgerichte onderzoek dat we doen. Die zwaartepunten raken aan de SDG's. Denk aan de energietransitie en duurzame bedrijfsmodellen ontwikkelen. In ons onderzoek ontwikkelen we diepere kennis die we vervolgens in het onderwijs gebruiken.

Avans heeft aan alle opleidingen gevraagd om te onderzoeken welke duurzaamheidsdoelen passen bij die opleiding, zodat ze met die SDG's aan de slag kunnen gaan. Niet alle opleidingen hoeven aan alle SDG's te werken. Werk alleen aan de SDG's die bij de opleiding passen.