Ayfer Sari en Jaap Smolders over de Ambitie 2025: ‘We liggen op koers’

Hoe zijn jullie bij UIIN gekomen en wat waren de belangrijkste redenen om lid te worden?

“Binnen onze hogeschool staat alles in het teken van de Ambitie 2025. Vanaf september dit jaar gaan we innovatie, co-creatie en flexibiliteit verder verankeren in 56 van onze bacheloropleidingen. Studenten die in dit studiejaar aan hun bacheloropleiding beginnen kunnen 25% van hun bacheloropleiding zelf kiezen uit het hele curriculum. Met deze missie in ons achterhoofd zijn we op zoek gegaan naar conferenties waar we meer te weten konden komen over dit onderwerp, maar ook om inspiratie op te doen en te kunnen leren van andere hogescholen – en zo kwamen we bij UIIN terecht.”

“Het is inspirerend om te zien wat andere instellingen, in verschillende omstandigheden, met verschillende achtergronden en over de hele wereld, aan het doen zijn. Het viel ons op dat we, ondanks de inhoudelijke verschillen, dezelfde uitdagingen en mogelijkheden hebben. Een aantal onderwerpen op de conferentie waren nieuw voor ons, en dat was erg inspirerend. Bij andere onderwerpen merkten we juist dat wij daar al verder mee waren en dat gaf ons het vertrouwen dat we op koers liggen met onze Ambitie 2025.”

Welke obstakels kwamen jullie tegen bij het opbouwen van samenwerkingsverbanden tussen hogescholen en bedrijven?

“Het was een uitdaging voor onze medewerkers om dezelfde taal te spreken als onze externe partners omdat dit andere type mensen zijn, met andere prioriteiten. We weten dat je door business development veel innovaties mogelijk kunt maken, maar voor onze collega's op de technologieafdeling is het bedrijfsleven geen topprioriteit. Zij richten zich liever op het ontwerpproces.”

“Bij het bedenken van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen is het belangrijk om alle disciplines, dus de technische, de ontwikkelings- en de zakelijke expertise tegelijkertijd, en in gelijke mate, bij het project te betrekken. Een uitdaging waar we nu tegenaan lopen is hoe we deze verschillende mensen met hun verschillende prioriteiten kunnen samenbrengen om aan een specifieke maatschappelijke uitdaging te werken.”

“We zijn ons ervan bewust dat er binnen de hogeschool ook een mentaliteitsverandering nodig is. In deze nieuwe modulaire onderwijsvorm moeten we onze studenten ook anders begeleiden. We begrijpen ook dat het voor onze collega's een uitdaging is om een balans te vinden tussen de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van het onderwijs voor studenten, het maken van impact door middel van hun onderwijs en onderzoek, en de interactie met het bedrijfsleven in hun werk. Bovendien ligt het tempo in het bedrijfsleven meestal hoger dan in het onderwijs; in het onderwijs kun je niet alles in een week, een maand of zelfs in een jaar veranderen, maar veel bedrijven veranderen wel heel snel. We moeten uitzoeken hoe we een goede balans kunnen vinden tussen de eisen en het tempo van het bedrijfsleven en het aanpassingsvermogen van het onderwijs.”

“Tot slot hebben we vertrouwen in ons vermogen om onze studenten goed voor te bereiden op hun werkveld, maar we willen onderzoeken hoe we – zowel tijdens als na de studie – een diepere impact kunnen hebben. We veranderen naar een hogeschool die meer gericht is op toegepaste wetenschappen. Dit is een lang en complex proces en dat betekent dat er binnen onze instelling veel veranderingsmanagement moet plaatsvinden.”

Hoe pakken jullie deze uitdagingen aan?

“We hebben onze huidige partners geëvalueerd om vast te stellen welke partijen de potentie hebben voor strategische samenwerking op de lange termijn. In ons onderwijs gebruiken we consequent praktijkvoorbeelden. De eerste stappen bestaan uit het inwerken van de partners, hen kennis laten maken met onze onderwijsaanpak en het verduidelijken van hun rol en onze doelstellingen. De volgende fase richt zich op het verdiepen van ons wederzijds begrip, om te bepalen welke partners geschikt zijn voor langdurige samenwerking.”

“We hebben ook adviesraden die ons helpen in contact te blijven met het werkveld. Deze raden stellen ons in staat om nieuwe onderwijsinitiatieven te testen voordat ze worden uitgerold, de ontvangst ervan te peilen en de langetermijnvoordelen voor de sector te beoordelen. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met deze raden is cruciaal, zodat we een open discussie kunnen voeren over elkaars denkwijze. Tijdens deze langdurige relatie leer je elkaar begrijpen en wordt het een beetje geven en nemen, wat erg belangrijk is in het co-creatieproces.”

“Een ander onderdeel van de aanpak is dat we duidelijk blijven over onze visie: over het Avans-onderwijsmodel van al onze programma's valt niet te onderhandelen. We maken aan al onze collega's, onderzoekers, beleidsmakers en partners in het bedrijfsleven duidelijk dat onze bacheloropleidingen een 25% flexibele keuze voor studenten invoeren. Het heeft jaren geduurd om deze cruciale eerste stap te zetten, maar sindsdien hebben we onze organisatie opnieuw ingericht om op een lijn te komen met deze doelen en zowel intern als extern duidelijkheid te scheppen. We zijn er nog niet helemaal, maar we hebben al wel veel vooruitgang geboekt.”

Wat is jullie visie op het gebied van samenwerking tussen hogescholen en het bedrijfsleven, in de context van de Ambitie 2025?

“Met onze Ambitie 2025 werken we aan een modulaire onderwijsaanpak waarmee we in al onze bacheloropleidingen ten minste 25% keuzevrijheid inbouwen. Dit betekent bijvoorbeeld dat een student die Ondernemerschap & Retail Management studeert ervoor kan kiezen om modules te volgen op het gebied van gezondheid of kunst & cultuur, om zich voor te bereiden op een toekomstige carrière in de gezondheidszorg of kunst.”

“Daarnaast worden er ook meer holistische programma's ontwikkeld. In plaats van op zichzelf staande cursussen in financiën en marketing aan te bieden zijn deze disciplines geïntegreerd in samenhangende projecten die studenten competenties in beide vakken aanleren. Deze projecten leggen ook de nadruk op co-creatie, zoals in het echte bedrijfsleven gebeurt.”

“Verder zal het aantal tentamens dat we gebruiken om studenten te beoordelen verminderen en gaan we over op meer groepswerkopdrachten. Deze aanpak bevordert samenwerking en praktische vaardigheden, maar we moeten ervoor zorgen dat dit niet ten koste gaat van de individuele competenties en het begrip van elke student. Met minder tentamens moeten we bovendien rekening houden met het toenemende gebruik van AI in opdrachten.”

“We investeren aanzienlijk in het verbeteren van onze institutionele onderzoekscapaciteiten om onze maatschappelijke impact te versterken. Daarnaast willen we onze studenten opleiden tot kritische denkers, die in staat zijn om te innoveren en conventionele normen uit te dagen. Met onze programma's willen we niet alleen onze studenten opleiden, maar ook de kennisbasis van het werkveld in onze omgeving verbeteren.”

Over welke gebieden en verschillende onderwerpen willen jullie meer leren?

“De professionalisering van onze medewerkers is een belangrijk aandachtspunt. We willen ervoor zorgen dat zij in staat zijn om meer gemengd, interdisciplinair en impactgericht onderwijs en onderzoek te leveren. Deze veranderingen zijn snel en ingrijpend: niet alle medewerkers van onze academie zullen het tempo van de transitie goed aankunnen. We willen graag weten hoe we hen in dit proces kunnen ondersteunen.”

“We willen ook onderzoeken hoe we een balans vinden tussen enerzijds het bijhouden van ontwikkelingen in het bedrijfsleven en het betrekken van de industrie bij ons onderwijs, terwijl we anderzijds de tijd willen geven aan studenten om zich te ontwikkelen tot wendbare en veerkrachtige professionals.”

“Verder zien we dat studenten in hun tweede of derde jaar Avans verlaten voor organisaties waarmee we juist samenwerken. Deze organisaties zeggen dat studenten hun diploma's altijd later nog kunnen halen, waarbij ze de voordelen van Leven Lang Leren aanhalen. In Nederland, en in andere delen van Europa, is er een tekort aan werknemers en dit zorgt ervoor dat bedrijven jonger talent aannemen. Maar wij vinden het belangrijk dat studenten hun opleiding afronden voordat ze de arbeidsmarkt betreden.”

“Tot slot willen we graag meer te weten komen over hoe we een robuust ecosysteem dat onze initiatieven ondersteunt, kunnen financieren. We willen begrijpen hoe bedrijven aankijken tegen hun rol in deze samenwerkingen en hoe ze kunnen bijdragen aan een effectieve financiering ervan. Dat helpt ons om duurzame partnerschappen op te bouwen en onze projecten succesvol te laten zijn.”

Bron: UIIN