“Het wordt veel leuker om onderwijs te geven”

De Ambitie 2025 leeft meer en meer binnen de academies. Neem de Academie voor Technologie en Innovatie x (ATIx), voorheen de Academie voor Engineering en ICT (AE&I). Met onder andere een eigen transitieteam en een roadmap voor de implementatie van de ambitie loopt ATIx voorop. Ondertussen wordt er volop geëxperimenteerd. Marice Bastiaensen, als docent verbonden aan de opleiding Business IT & Management, is lid van het transitieteam. “We zien echt kansen om het onderwijs te verbeteren.”

Marice Bastiaensen is als docent verbonden aan de opleiding Business IT & Management en lid van het transitieteam.

De ambitie speelt binnen ATIx een grote rol. Hoe is dat zo ontstaan? Begin 2021 vroeg de directie aan alle medewerkers wie interesse had om betrokken te zijn bij de ambitie. Ongeveer 30 collega’s, onder wie ikzelf, waren enthousiast. Samen hebben we in kaart gebracht wat de bestaande ontwikkelingen en initiatieven op het gebied van de ambitie waren. We wilden weten welke inhoudelijke gevolgen dat zou hebben voor het onderwijs, maar bijvoorbeeld ook qua betaalbaarheid en doceerbaarheid. En hoe betrek je het werkveld daarbij? Die inzichten hebben we gebundeld. Dat was het vertrekpunt.

Hoe ging het verder?

In september zijn we gestart met een transitieteam binnen de academie van ongeveer 15 collega’s. In dat team zitten docenten van verschillende opleidingen en onderwijskundigen. We definieerden een aantal aandachtspunten. Mijn subgroep houdt zich bijvoorbeeld bezig met de ontwikkeling van het curriculum. En er zijn subgroepen op het gebied van co-creatie, studentbegeleiding, organisatie-ontwikkeling, duurzaamheid en inclusiviteit. Die thema’s zijn allemaal met elkaar verweven. Neem duurzaamheid. Duurzaam onderwijs is in mijn ogen óók het vermogen om te kunnen anticiperen op de ontwikkelingen in de maatschappij, zoals de energietransitie. Daar heb je co-creatie en onderzoek voor nodig, bijvoorbeeld. En wat we met elkaar gemeen hebben, is dat we allemaal enthousiast zijn over de ambitie. We zien echt kansen om het onderwijs te verbeteren.

Wat is bijvoorbeeld zo’n kans?

Het is heel belangrijk dat we bedrijven beter gaan betrekken bij het onderwijs. Het integreren van een bedrijfsopdracht in het huidige onderwijsmodel, dat al een tijdje geleden is ontwikkeld, kost veel tijd en geld. De ambitie biedt ons de kans om te werken aan een nieuw onderwijsmodel, met een belangrijke rol voor de samenwerking met het werkveld. De collega’s die zich in ons eigen transitieteam bijvoorbeeld richten op co-creatie, kijken nadrukkelijk naar interessante strategische partners. Dat gaat veel verder dan het bieden van een stageplaats. Samen met hen gaan we het onderwijs vormgeven.

Bij welke onderwijsexperimenten zijn jullie betrokken?

We experimenteren met de energietransitie, maar zelf ben ik met name betrokken bij het switchen tussen aanpalende opleidingen zonder studievertraging. We kijken nu welke opleidingen elkaar overlappen, in eerste instantie binnen de academie. Daarbij is het wel belangrijk dat de 8 opleidingen dezelfde taal spreken. We hebben docenten daarom gevraagd om hun aanbod inzichtelijk te maken. En we betrekken ook studenten erbij: zij gaan dit aanbod visueel maken aan de hand van apps die ze zelf gaan ontwikkelen. In combinatie met het ontwikkelen van de blauwdruk willen we switchen inzichtelijk maken, net als de leerroutes naar een diploma. Met Carla Asselbergs, Product Owner van AvansEduPlatform, kijken we of ons idee aansluit op dat platform. Daarbij vind ik het overigens zelf belangrijk dat ik als docent dicht bij de student sta, zodat ik eventuele vertraging op tijd kan signaleren en dus kan voorkomen. Gaat de ambitie ook bijdragen aan de uitstraling van de academie? Zeker. We gaan bijvoorbeeld steeds meer toe naar multi- en interdisciplinair werken. Dat betekent dat we samen met andere academies én in co-creatie met het werkveld maatschappelijke vraagstukken gaan aanpakken. Dan kunnen we ons op een andere manier presenteren. De techneuten weten ons wel te vinden, maar zo bereiken we ook de groeiende groep maatschappelijk betrokken studiekiezers beter. Die vinden de techniek vooral interessant omdat we daarmee maatschappelijke problemen kunnen oplossen. En in het transitieteam is inclusiviteit niet voor niets een aandachtsgebied. Met onze projectgroep Vrouwen in Techniek willen we bijvoorbeeld meer meiden interesseren voor onze opleidingen. Kortom: de ambitie helpt ons een bredere doelgroep aan te spreken.

“De ambitie helpt ons ook een bredere doelgroep aan te spreken.”

Marice Bastiaensen

Alle academies volgen hun eigen tempo. Jullie werken met een eigen meerjaren-roadmap. Voor dit jaar staan daar 4 opdrachten op. Welke?

De eerste is om het huidige onderwijs in studiejaar 3 volgend jaar al modulair in te richten. Dit is ons eigen experiment om te leren wat het betekent om gemodulariseerd onderwijs te ontwikkelen. Daarnaast maken we dus onze huidige curricula inzichtelijk. Ook om te bepalen wat we kunnen hergebruiken en om inzicht te krijgen in overlap, integratie en samenwerking. We hoeven natuurlijk niet alles opnieuw uit te vinden. De derde en belangrijkste opdracht is inzicht in de beroepsbekwaamheid krijgen. Zo definiëren we samen met inzicht in het huidige onderwijs de blauwdruk voor alle curricula, die er in juni 2022 moet liggen. Ten slotte gaan we het stage- en afstudeerproces voor de 8 opleidingen standaardiseren. We hebben net de eerste workshop achter de rug, een soort aftrap voor die 4 opdrachten. Dat was echt een succes: er waren ongeveer 70 collega’s, academiebreed hadden we alle agenda’s leeggemaakt. Het mooie was dat sommige opleidingen elkaar al gingen opzoeken en met elkaar in gesprek gingen over het onderwijs. De vervolgsessies hebben we dus al gepland. Hopelijk kan het dan weer op locatie, want het helpt echt als je elkaar live kunt spreken.

En wat zijn de plannen voor de jaren daarna?

In het komende collegejaar gaan we het onderwijs van studiejaar 1 ontwikkelen. 2023-2024 is dan het eerste collegejaar waarin eerstejaarsstudenten onderwijs ‘nieuwe stijl’ krijgen. Tegelijkertijd gaan we aan de slag met de ontwikkeling van studiejaar 2, zodat we in 2024-2025 met jaar 2 kunnen aansluiten op jaar 1. Daarna pakken we door met jaar 3, waar we nu dus al mee aan de slag gaan, en jaar 4. Op 1 september 2025 hebben we dan 8 curricula ingericht volgens het nieuwe onderwijsmodel. Dit is hét moment om het onderwijs goed in te richten. Daar nemen we dus echt de tijd voor. Als je dat nu op halve kracht doet, blijf je bezig met herstellen en finetunen. Dat kost veel energie.

Jullie hebben als transitieteam ook een eigen transitieruimte. Wat kunnen we ons daarbij voorstellen?

We kunnen elkaar wel blijven bestoken met e-mails, maar er komt een moment dat het niet meer landt. Daarom hebben we een eigen fysieke ruimte, waarin we bijvoorbeeld posters en de roadmap hebben opgehangen. We vinden het belangrijk om letterlijk te laten zien waar we naartoe gaan. En minstens zo belangrijk: mensen zijn altijd welkom om een praatje te maken of vragen te stellen. Want om draagvlak te creëren en te behouden, is het echt nodig om met elkaar in gesprek te blijven. En dat is in deze tijd met veel thuiswerken een uitdaging.

Dat wil ik de andere academies ook meegeven: maak zichtbaar waar je naartoe gaat, en blijf elkaar opzoeken. Het liefst fysiek, als de maatregelen het toelaten. Dan kun je goed uitleggen waar je mee bezig bent, elkaar op ideeën brengen en de samenwerking opzoeken. Dat inspireert.

Hoe ervaar je zelf dat je nu wat minder betrokken bent bij het onderwijs?

Natuurlijk vind ik dat aan de ene kant jammer, maar ik zie nu van dichtbij het perspectief voor de toekomst. Ik weet waar ik het voor doe. Het wordt veel leuker om onderwijs te geven. We zijn straks minder gebonden aan vakken en richten ons veel meer op de praktijk, de authentieke praktijkopdrachten. Ik wil graag die docent en coach zijn die zijn studenten helpt om vraagstukken op te lossen, samen met andere partijen. En als student zou ik ook blij worden van die aanpak.

Je bent dus optimistisch over de toekomst.

Zeker. We zijn pas net begonnen, dus we moeten nog ontdekken wat wel en niet werkt. En daarbij gaan we ons hoofd echt nog wel stoten, maar we moeten gewoon blijven leren. Vooral ook van elkaar, dus nogmaals: blijf die dialoog opzoeken.

De komende tijd volgen meer interviews met collega’s die volop betrokken zijn bij de ambitie. Houd deze website dus goed in de gaten!